Reitsma, Auguste Chrétien Joseph.

Gevallen in het Verzet.

Auguste-Chretien-Joseph-REITSMA.jpg

Leeftijd: 20.

Geboortedatum: 26 juli 1922.

Geboorteplaats: Nijmegen.

Adres: Prins Hendriklaan 4 te Oegstgeest.

Beroep: Student.

Verzetsonderdeel:

  • Verspreiding vanaf 1941 illegale bladen, zoals Het Parool en De Geus.
  • Engelandvaart.
  • Aanslagen.

Functie: Illegaal werker.

Schuilnaam: Geert.

Datum en locatie arrestatie: 15 april 1943, Schenkkade 88 te Den Haag (VUC Sportcafé).

Datum en locatie overlijden: 01 juli 1943, Fusilladeplaats Overveen (duinen).

Wijze van overlijden: Op 27 maart 1943 deed hij mee aan de overval op en (gedeeltelijke) vernieling van het bevolkingsregister in Amsterdam.

De verzetsman Guus Reitsma (1922-1943) sloot in 1941 zijn schooltijd af op het Stedelijk Gymnasium Leiden. Hierna wilde hij rechten studeren in Leiden. Door de oorlogsomstandigheden werd de universiteit echter gesloten en Guus kwam niet verder dan jaar 1. Guus ging toen een tijd als kantoorbediende werken voor een verzekeringsmaatschappij in Den Haag. Tegelijk ging hij met zijn school- en hockeyvrienden verzetsdaden plegen. In eerste instantie bleven die beperkt tot het rondbrengen van verzetsberichten en -kranten. In ’41-’42 deed Guus met zijn hockeyvriend Okke van der Plas (1920-1943) een poging naar Engeland te reizen om zich in dienst te stellen van de Nederlandse regering. Eerst maakten ze een plan om met een zeilboot naar Lowestoft te varen (beiden waren ervaren zeilers). Dat werd niks omdat de Nederlandse stranden inmiddels goed bewaakt werden door de Duitsers en je kwam niet gemakkelijk ongezien met een zeilboot de zee in. Als dat al lukte was er de Duitse kustpatrouille die loerde op Engelandvaarders. Plan B was het volgen van een landroute naar Engeland via Frankrijk, Zwitserland en Portugal. Guus en Okke bleven steken in Lyon waar ze een tijdje in een Vichygevangenis belandden. Ze wisten te ontsnappen en keerden na allerlei omzwervingen terug in Nederland.

Guus hernam zijn verzetswerk maar werd radicaler. Dit leidde tot zijn deelname aan de roemruchte aanslag op het Bevolkingsregister in Amsterdam op 27-3-’43. Zijn rol was beperkt tot het, verkleed als politieman, twee uur op wacht staan voor het gebouw van het Bevolkingsregister terwijl andere verzetsmannen binnen de boel vol legden met zware explosieven en brandbommen. Laden vol persoonskaarten werden uit de talloze zware, brandvrije kasten gehaald en met het uiterst brandbare benzol overgoten. Toen na twee uur onverwacht vier echte politiemannen kwamen om de echte bewakers aflossen, wisten Guus en anderen deze te overmeesteren. Toen alle daders zich in veiligheid hadden gebracht volgde die dag om 23.00 uur een enorme vuurexplosie die het gebouw en tienduizenden persoonskaarten vernietigden.  Helaas volgden door verraad binnen enkele dagen arrestaties van een aantal daders en medeplichtigen. Guus wist tot 13-4-’43 op vrije voeten te blijven door onder te duiken bij zijn moeder en zus in Oegstgeest en bij verzetsvrienden in Rotterdam en Amsterdam. In die tijd maakte hij een plan om een Duits munitiedepot in Nijkerk op te blazen. Toen ging het mis: Guus had al vóór de aanslag contact gekregen met een infiltrant die werkte voor de Rotterdamse afdeling van de Sicherheitsdienst. Met hem besprak Guus, té onvoorzichtig en té goedgelovig, zijn aanslagplan. De infiltrant, die niet wist dat Guus ook een dader was van de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister, bood ruimhartig zijn hulp aan. Uiteraard met het enige doel om hem in een val van de Sicherheitsdienst te lokken. Op 13 april 1943 werd Guus door verraad van deze Joodse V-Mann Max Ekstein gearresteerd (een V-mann is een Vertrauensmann van de Sicherheitsdienst die infiltreerde in verzetsgroepen om ze te verraden). Ekstein had beweerd dat hij Guus naar Engeland kon laten ontsnappen. Hij nodigde hem uit in café VUC Sportkroniek aan de Schenkkade 88 in Den Haag. Op kleine afstand stonden acht agenten van de Sicherheitsdienst verdekt opgesteld. Toen Guus en Ekstein bij een van de ramen waren gaan zitten gebeurde het: de infiltrant rommelde ‘onschuldig’ wat met de vitrage. Het was een teken voor de agenten. Ze wisten nu op welke plek Guus in het café zat en stormden naar binnen. Guus werd gearresteerd en voor de show ook de infiltrant. Guus vertelde zijn moeder later in de gevangenis dat hij meteen wist dat zijn ‘maat’ een verrader was want … ‘hij durfde me niet meer aan te kijken’. Het moet een grote schok zijn geweest voor Guus.

Hij werd eerst opgesloten in het hoofdbureau van politie in Den Haag op het Plein en daarna in ‘t Oranjehotel in Scheveningen (waarvan enkele weken helemaal alleen en dag en nacht aan zijn brits geketend). Over deze desolate periode schreef Guus later aan zijn moeder dat hij toen vaak een spreuk reciteerde die hij zich had ingeprent tijdens zijn middelbare schooltijd op het Stedelijk Gymnasium in Leiden bij lessen Grieks. De spreuk luidde: ‘Houd vol, mijn hart – eerder al heb je erge dingen doorstaan’. Hij staat in boek 20 vers 18 van Homerus’ Odysseus. De tekst gaf Guus moed, doorzettingsvermogen en hoop dat het allemaal goed zou komen met hem. Hij schreef zijn moeder dat hij zijn school en leraar Grieks dankbaar was dat hij de spreuk heeft mogen leren. Op Guus’ verzoek is de spreuk 81 jaar later, nadat de brief aan zijn moeder waar dit in stond in 2023 werd teruggevonden, als zijn posthume teken van dankbaarheid op 15-3-2024 op een muur in het Stedelijk Gymnasium in Leiden aangebracht en onthuld.

Op 19-6-‘43 werd Guus overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Er volgde eind juni ’43 een showproces in het als rechtbank ingerichte Koninklijk instituut voor de Tropen in Amsterdam tegen 19 opgepakte daders en medeplichtigen aan de aanslag op het Bevolkingsregister. Onder hen ook Guus. Uiteraard werd iedereen schuldig bevonden en het regende doodstraffen. Ook voor Guus. Hij mocht kort voor zijn executie nog bezoek ontvangen van zijn moeder Elly Hannema-van Maasdijk en zijn zus Lijs Reitsma.

Locatie laatste rustplaats: Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen, vak/rij/nummer 18. Begraven naast zijn vriend Sam van Musschenbroek. Guus werd op 1-7-‘43 met 11 mededaders en medeplichtigen in de duinen van Overveen gefusilleerd en begraven in een massagraf. Al in juli ’45 werd het graf gevonden. De 12 doden werd opgegraven. Guus werd door zijn moeder geïdentificeerd aan de hand van een klein stukje van de kleding die hij droeg bij de fusillade. Hij werd op 27-11-’45 met zijn 11 medeslachtoffers in een grootse ceremonie herbegraven in grafvak 18 van de Erebegraafplaats in Bloemendaal. 

IM000369.JPG

Overig: Zoon van Anne Tjitte Reitsma en Elisabeth Josephine van Maasdijk.

Monument

Bronnen

  • https://passingshot.edities.nl/LOHC_20172018_01/13/
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Guus_Reitsma
  • https://www.gymnasiumleiden.nl/nieuws/eerbetoon-aan-guus-reitsma#:~:text=Guus%20schreef%20dat%20hij%20in,bijzonder%20Wiersma%2C%20diep%20dankbaar%20ben.
  • Nationaal Archief.
  • https://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu/slachtoffer/auguste-chr%C3%A9tien-joseph-reitsma
  • Oorlogsgravenstichting.

Geef een reactie