Steenbergen, (van) Barend (VK).

Gevallen voor het Vaderland.

Barend van Steenbergen in 1937.

Leeftijd: 31.

Geboortedatum: 23 maart 1909.

Geboorteplaats: Soerabaja (NOI).

Adres: Carel Reinierszkade 163 te Den Haag (Bezuidenhout, 2593 HP).

Beroep: Scheikundig ingenieur (Ir.).

Onderdeel: IV Verkenningsgroep, 2 Luchtvaartregiment.

Rang: Reserve-eerste luitenant-Waarnemer van het wapen der militaire luchtvaart.

Datum en locatie van sneuvelen: Begin strijd mei 1940, boven Sirjansland (gewond).-19 mei 1940, ziekenhuis te Noordgouwe (aan zijn bekomen krijgsverwondingen overleden).

Wijze van sneuvelen: Hij wordt aanvankelijk gestationeerd op vliegbasis Gilze-Rijen, maar begin mei 1940 volgt overplaatsing naar het vliegveld van Haamstede op Schouwen-Duiveland. Als op 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenvalt, dringt de Luftwaffe gelijktijdig het Nederlandse luchtruim binnen om strategische punten verderop in Holland in te nemen en Nederland zo tot een snelle overgave te dwingen. Diezelfde dag stijgt Fokkertoestel C-V 606 op. Het toestel wordt bestuurd door luitenant-vlieger Willem Rooseboom; Barend is als waarnemer aan boord. Ter hoogte van Nieuwerkerk boven Schouwen-Duiveland wordt het toestel door een Duits vliegtuig uit de lucht geschoten. Willem stort met het toestel neer en komt om het leven. Barend weet dan nog op tijd met een parachute eruit te springen, maar in de lucht wordt hij door hetzelfde Duitse toestel opnieuw beschoten. Barend komt zwaargewond naar beneden op het Zeeuwse eiland. De aard van de verwondingen: vele schotwonden aan linkerarm en buik.

VLIEGERKRUIS; “Veel moed en beleid betoond als bestuurder van een CV vliegtuig in een langdurig gevecht met 3 vijandelijke jachtvliegtuigen boven het eiland Duiveland op 10 mei 1940, waarbij het vliegtuig werd neergeschoten en hij zwaargewond met een valscherm den grond bereikte; aan zijn verwondingen overleden” (K.B. no. 6 van 9 mei 1946, 477B).

Bij het Duitse bombardement en de beschietingen, vanaf circa 04.10 tot 04.45 uur van het vliegpark te
Gilze-Rijen werden drie Fokker C-V vliegtuigen en een Koolhoven FK-51 vliegtuig zodanig beschadigd
dat zij waren uitgeschakeld voor verdere operaties. Om 08.00 uur ontving men van de Opperbevelhebber der Land en Zeemacht opdracht om alle gevechtsgerede toestellen over te vliegen van Gilze-Rijen naar vliegpark Haamstede op Schouwen-Duiveland (ZL).

Tussen 09.02 en 09.28 uur vertrokken vijf C-V toestellen en één FK-51 toestel naar Haamstede waar zij
tussen 09.25 en 09.53 uur aankwamen. Barend van Steenbergen vloog mee in de C-V, no. 636, als pas-
sagier met de kapitein-vlieger J.C. Boogaard. Om 11.15 uur ontving men van de Commandant Luchtverdediging telefonisch de opdracht: om met alle C-V vliegtuigen een mijnbombardement uit te laten voeren op het vliegpark Waalhaven bij Rotterdam. Er was voor deze opdracht geen jagerbescherming beschikbaar.

Omdat er maar twee waarnemers op dat moment beschikbaar waren, de overige waren ingedeeld met
de autocolonnes die nog onderweg waren, konden er ook slechts twee vliegtuigen starten voor dit bom-
bardement. Het vergde enige tijd om de toestellen naar het landingsterrein te rollen. De luitenant-waar-
nemer W.H. Meulkens zat aanvankelijk bij luitenant-vlieger W. Rooseboom in de C-V, no. 606. Vlak voor
de start werd het veld gebombardeerd. Na het bombardement liet kapitein Boogaard de waarnemers van
toestel wisselen. Om welke reden dit was, kon niet meer worden nagegaan. Om 12.13 uur vertrokken de twee toestellen. De C-V, no. 606, met als vlieger luitenant W. Rooseboom
en als waarnemer, tevens escadrille-commandant, Barend van Steenbergen. De C-V, no. 614, met als
vlieger sergeant K. Zwarthoed en als waarnemer luitenant Meulkens.

Het bombardement moest worden uitgevoerd op een hoogte van 2500 meter. Op deze hoogte in verband vliegend boven het eiland Rozenburg, zagen beide waarnemers uit de richting van zee drie Messerschmitt Bf-110 (Me’s 110) jachtkruisers naderen, die enige honderden meters hoger vlogen dan hun eigen toestellen. Om zich te onttrekken aan de te verwachten ongelijke strijd met deze vijandelijke vliegtuigen, trachtten beide vliegers de bescherming te zoeken van een wolk, die zich meer zuidelijk en lager bevond. De C-V, no. 614, slaagde daar echter niet in. In een steile duikvlucht om het vijandelijke vuur te ontwijken maakte de vlieger om 12.39 uur een geslaagde noodlanding zuid-west van Middelharnis op Goeree-Overflakkee. Beide inzittenden konden hun toestel veilig verlaten voor het door de aanvallers in brand werd geschoten, waarbij de opgehangen bommen ontploften en het toestel werd vernield. De bemanning van de C-V, no. 606 was niet zo fortuinlijk.

De luitenant-waarnemer Vrijberghe de Coningh, commandant van de radiosectie, en de sergeant-vlieger
Kuiper, beide van IV – 2 Lv.R., die – op weg naar het vliegpark Haamstede – zo juist het pontveer bij de
Zijpe (ZL) waren gepasseerd, hadden de strijd tussen de bemanning van de C-V, no. 606, en twee Me’s
110 goed kunnen volgen en rapporteerden later omtrent het verloop.

Terwijl de derde Me 110 de genoodlande C-V, no. 614, aanviel, waren twee Me’s 110 achter de C-V, no.
606 aangegaan, die zij bij Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland inhaalden. Luitenant Rooseboom wist
zich 10 à 15 minuten aan het vuur van de beide aanvallers te onttrekken door de grotere wendbaarheid
van zijn vliegtuig uit te buiten en door zich voortdurend te verbergen in de boven het oostelijk deel van
Schouwen-Duiveland aanwezige wolk. Toen de wolk echter oploste, was het pleit spoedig beslist in het
voordeel van de aanvallers. De C-V, no. 606, ging plotseling in een steile duik, waarbij Barend zich los-
maakte van het vliegtuig en met behulp van zijn valscherm landde hij bij Nieuwerkerk. Hangend aan zijn
valscherm werd hij tijdens zijn val zwaar beschoten. Ernstig gewond moest hij worden opgenomen in het
ziekenhuisje te Noordgouwe.

Locatie laatste rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen. Op 22 mei 1940 op de algemene begraafplaats te Noordgouwe begraven. Op 05 augustus 1941 opgegraven en op 06 augustus naar Den Haag vervoerd en door begrafenisvereniging “Ad Patres” op 12 augustus 1940 op Nieuw Eik en Duinen te Den Haag. Later weer herbegraven op de Grebbeberg.

Overig: Weduwe van Elisabeth (Lies) Visser. Vader van Pieter Daniel. Daarna opnieuw gehuwd met Anna Geertruida (Anneke) van Iperen. Op 10 augustus 1940 werd zoon Bart geboren. Zoon van Barend van Steenbergen en Petronella Susanna Berkhuijsen.

Onderscheidingen

  • Het “VLIEGERKRUIS”
  • Het “OORLOGSHERINNERINGSKRUIS met de gesp (?)”

Monument

Barend van Steenbergen met zijn 2e vrouw.
Barend van Steenbergen zijn Fokker 618.
Barend van Steenbergen bij Fokker S-IV.
Foto: Links onbekende collega, midden Maria P. en rechts Beer. Genomen tijdens de mobilisatie op 21 april 1940 bij het inkwartieringadres van de
vliegers te Haamstede, aan de Burghseweg 42, de woning van de toenmalige bewoners familie Marius W.
Landegent en zijn vrouw Maria P. Landegent-Geluk. Na het nemen van de foto is de Verk.Gr. Op 22 april 1940 vertrokken naar Gilze-Rijen (NB).
Barend van Steenbergen 2e van links.
Barend van Steenbergen 4e van rechts.

Bronnen