Abrahams, Michel.

Bescherming werd niet geboden.

Leeftijd: 18.

Geboortedatum: 11 februari 1927.

Geboorteplaats: Frankfurt am Main (DEU).

Adres: Hendrik Zwaardecroonstraat 17 te Den Haag.

Beroep: ?

Datum en locatie overlijden: 14 mei 1945, Tröbitz (DEU).

Wijze van overlijden: Behoorde tot de zg. Austauschjuden die gevangen zaten in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Toen de nazi’s zagen dat de Engelsen wel heel dicht naderden (bevrijding 15-04-1945) werden zeer velen in treinen gestopt tussen 6 en 11 april 1945 en richting kamp Theresienstadt gestuurd. Er volgde een zwerftocht door Duitsland die eindigde in Tröbitz, waar de overlevenden op de trein op 23-4-1945 werden bevrijd door het Sovjetleger.

Met ingang van 1 september 1941 mochten joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor joodse leerlingen waren bestemd. In alle delen van het land werden scholen voor joodse leerlingen opgericht. In Den Haag werd op 15 oktober 1941 het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. De school bleef bestaan tot 15 april 1943.
Michel Abrahams zat in het cursusjaar 1941-1942 in de derde klas van de afdeling HBS van het Joods Lyceum in Den Haag. Na bevordering begon hij in het cursusjaar 1942-1943 in de vierde klas van de HBS.

De in Den Haag geboren Naphtali en de in Parijs geboren Beatrice trouwen op 9 september 1925 in Frankfurt am main. In de jaren die volgen worden er kinderen geboren maar vanaf 1933 worden ook in Frankfurt de Joden vervolgd door de nazi’s. Aanvankelijk werden de wetten niet zo rigoureus gehoorzaamd maar vanaf 1 april werden Joodse dokters, winkels en advocaten geboycot. Zes dagen later werd een wet goedgekeurd waardoor de Joden niet meer door de regering te werk gesteld konden worden. Het gezin met vier kinderen komt naar Den Haag en vlak voor de invasie van mei 1940 bleek Beatrice zwanger te zijn van het zevende kind.

Ook de vervolging treft het gezin Abrahams maar Naphtali krijgt op 8 augustus 1942 een Sperre van de Joodse Raad. De Sperre was persoonsgebonden en had een uniek nummer dat met een stempel stond vermeld in het persoonsbewijs. De Sperre gaf in de praktijk de echtgenoot en de kinderen diezelfde (schijn)veiligheid.

Op 5 februari 1943 komt het gehele gezin, ouders en zeven kinderen, in Westerbork aan en worden geplaatst in woonbarak 66. Op dat moment zien ze daar ook weer Elisabeth, de hulp in de huishouding die bij hun inwoonde. Op 4 april 1943 worden Naphtali en zijn oudste zoon Michel overgeplaatst naar woonbarak 72. Na bijna een 1 jaar in Westerbork te “wonen” wordt het gehele gezin op 1 februari 1944 gedeporteerd naar het concentratiekamp KL. Bergen-Belsen. In dat transport, nummer 85, zitten 908 mensen waaronder 200 kinderen. Bergen-Belsen was van oorsprong een oud oefenterrein van de Wehrmacht en in juni 1940 wordt het een krijgsgevangenenkamp (Stalag) voor zeshonderd Belgische en Franse soldaten. Daarna volgen 21.000 Russische soldaten waarvan er 18.000 door dysenterie en vlektyfus sterven. In 1943 neemt de SS het kamp over en op 30 april 1943 werd een deel van Bergen-Belsen een concentratiekamp. Het groeit uit tot een van de grotere concentratiekampen (nummer 96) binnen Duitsland maar zonder gaskamers. Het werd bevolkt door een groot aantal Joden, die niet meer tot werken in staat waren, alsmede dwangarbeiders en later ook geëvacueerde gevangenen uit concentratiekampen uit het oosten. De overbevolkte situatie veroorzaakte nog meer doden door ziekten, ondervoeding en uitputting. Alleen al tussen januari en april 1945 stierven ongeveer 35.000 personen. De Britse troepen naderen in de tweede week van april 1945 Bergen-Belsen en het gezin Abrahams is nog steeds compleet. Op 13 april, 2 dagen voor de bevrijding van Bergen-Belsen, wordt het complete gezin wederom gedeporteerd (geëvacueerd) vanuit het met tyfus besmette concentratiekamp Bergen-Belsen. De gevangenen in de trein waren Joodse mannen, vrouwen en kinderen met meer dan twaalf verschillende nationaliteiten. Een derde van hen waren Nederlanders. Tijdens de laatste weken van de oorlog reed de trein door het Midden-Duitsland. Men zocht naar een spoortraject richting Praag dat niet was gebombardeerd door de geallieerden of nog niet was bezet.Tijdens de tocht werd de trein aangevallen door laagvliegende vliegtuigen met machinegeweren en bommen waardoor er ook in de trein doden vielen. Daarop beval de treincommandant de wagons te bespannen met alle witte lakens en doeken die er te vinden waren, als parlementaire vlag. Door de rampzalige sanitaire en hygiënische omstandigheden in de trein brak een epidemie van vlektyfus uit onder de verzwakte en deels ernstig zieke gevangenen. Velen stierven tijdens de tocht door ziekte of honger. Als de trein stilhield, werden de wagondeuren geopend, de doden naar buiten gedragen en naast de rails begraven. Op de ochtend van 23 april 1945 vonden de oprukkende troepen van het eerste Oekraïense Front van het Rode Leger het transport niet ver van Tröbitz.

Op 25 april 1945 sterft Naphtali Abrahams in Tröbitz;
Op 14 mei 1945 sterft zijn oudste zoon Michel Abrahams in Tröbitz;
Op 21 mei 1945 sterft zijn vrouw Beatrice Abrahams-Goldschmidt in Tröbitz.

Locatie laatste rustplaats: Joodse Begraafplaats te Tröbitz, vak/rij/nummer 1 19.

Overig: Gehuwd met Naphtali Abrahams. Ouders onbekend. Beatrice Abrahams-Goldschmidt en haar man Naphtali waren bij de bruiloft van Maurits en Bertha. De overige zes kinderen van het gezin Abrahams in de leeftijd van 4 tot en met 16 jaar overleven Tröbitz.

Monument

Bronnen

Geef een reactie