Represaille: fusillade Laan van Nieuw Oost-Indië te Den Haag, 15 december 1944.

In ’44 en ’45 waren in Den Haag ‘wilde’ knokploegen actief. De meest gewelddadige knokploeg werd geleid door ‘majoor Braddock’, schuilnaam voor W.J.K. Kicken.
Deze acties werden niet goedgekeurd door landelijke verzetsorganisatie; Landelijke Knokploegen (LKP). Naast roofovervallen (voornamelijk te eigen bate) met dodelijke afloop op een zwarthandelaar, een juwelier en een postkantoor pleegde de knokploeg van Kicken aanslagen op Duitse soldaten om aan wapens te komen.

De heer W.J.K. Kicken, alias ‘Majoor Braddock’

Omstreeks 8 december 1944, mogelijk 12 december, werd in Den Haag op de Laan van Nieuw Oost-Indië nummer 13 voor de woning van dr. Slotboom de vaandrig van de Kriegsmarine, Helmut Güse (geboren 31 oktober 1924 te Berlijn) zoon van een Duitse admiraal, doodgeschoten door drie mannen die, aldus C. Leemhuis, de’JJ. met het onderzoek belaste Haagse politiefunctionaris, ‘niets met de illegaliteit te maken hadden.’ Leider van de knokploeg die verantwoordelijk was voor de aanslag is de heer W.J.K. Kicken, alias ‘Majoor Braddock’. (Kicken zou met een vrouwelijk knokploeglid aan zijn arm op de Laan van NOI hebben gelopen en plotseling naar voren zijn gesprongen en de Duitser van achteren hebben neergeschoten) .

Graberkarte van Helmut Guse, vermoord op 12 december 1944 op de Laan van Nieuw Oost-Indië. Zijn vader was Günter Guse.

De man die in Den Haag over de represailles ging was het hoofd van de Sicherheitspolizei J.H.L. Munt. Munt werd gezien als een gematigde man, en hij had een zekere “sympathie” voor verzetsmensen, die hij zag als dappere, maar misleide idealisten. Deze sympathie heeft uiteindelijk enkele tientallen levens van verzetsstrijders gered. Gewoonlijk werden verzetsstrijders aangewezen als Todeskandidaten voor represailles. Munt leverde echter meermaals geen verzetsstrijders maar gewone misdadigers aan.

Volgens Munt eiste Christiansen (Christiansen was van 29 mei 1940 tot 7 april 1945 Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden (onder hetOberkommando der Wehrmacht) toen dat als represaille twintig illegale werkers zouden worden gefusilleerd en dat op de plek van de aanslag twee huizen zouden worden opgeblazen. De huizennummers 3, 5 en 7 werden vernield en op de ruïnes, voor huisnummer 7, werden op 15 december twaalf personen gefusilleerd: de drie inmiddels opgespoorde en gearresteerde daders, twee Nederlanders die bij de Feldgendarmerie werkzaamheden hadden verricht en met papieren van die Duitse militaire politie allerlei roofovervallen hadden uitgevoerd, en zeven illegale werkers van wie volgens Munt drie of vier door Frank ter beschikking waren gesteld. Munt zou bij die gelegenheid aan de Ortskommandant hebben gevraagd: ‘Ist der alte Papa Christiansen noch so scharf auf Erschiessungen?’ waarop de Ortskommandant zou hebben geantwoord dat hijzelf en Munt zouden worden opgehangen als er geen represaille werd genomen.”

Omwonenden – onder wie de latere cineast Paul Verhoeven, woonach op de Gerard van Reijnststraat 7 – werden gedwongen langs de ontzielde lichamen te lopen. De huizen 5 en 7 werden in brand gestoken.
Een bewoner vertelde later aan zijn kleinzoon: ‘Op 15 december 1944 moest ik naar het begin van de Laan van NOI. De afdeling gemeentewerken moest daar de resten opruimen die de Duitsers na het doodschieten van onschuldigen hadden achter gelaten.

Politierapport 16 december 1944.
Krantenartikel over de wraakoefening.

In totaal bracht Kickens knokploeg vijftien mensen om het leven. Snel na het einde van de oorlog werd hij opgepakt. Tijdens zijn proces eiste Kickens advocate ontslag van rechtsvervolging. ‘Met Kicken’, zei ze, ‘staat de hele illegaliteit terecht.’ Haar pleidooi had indruk gemaakt op de rechter, Kicken kreeg vierenhalf jaar met aftrek.

Vier jaar na de tragische gebeurtenis werd een plaquette aangebracht. Toen het pand in februari 1972 in andere handen overging om er een chinees restaurant in te vestigen, werd het grondig gerestaureerd en de gedenkplaat weggegooid. Door de reacties in een krant en door opmerkingen van de omwonenden zag de nieuwe eigenaar in dat hij een fout had gemaakt en omdat de oorspronkelijke werktekening nog aanwezig was, kon hij een getrouwe kopie maken.

De 12 slachtoffers:

Etten, (van) Leendert
Folkers, Johannes Cornelis
Hennink, Marien Jacobus
Kop, Johannes
Noordermeer, Josephus Dirk
Platteel, Abraham Johannes
Verburg, David Nicolaas
Verspeek, Hendrikus
Vijver, (van der) Johan Antonie
Wanrooij, Wilhelmus Arnoldus Quirinus
Wee, (van der) Wilhelmus Johannes Cornelis Maria
Wolf, (van der) Hendrik Johannes
Laan van NOI en ‘monument’ voor gefusilleerden op 15 december 1944 (1946)
Laan van NOI en ‘monument’ voor gefusilleerden op 15 december 1944 (1946)
Onthulling van een gedenksteen door de heer van Wanrooij, broer van een van de slachtoffers (1948).
De huidige situatie.

Bronnen: