Gevallen voor het Vaderland.
Leeftijd: 36.
Geboortedatum: 26 juli 1906.
Geboorteplaats: Den Haag.
Adres: Juliana van Stolberglaan 203 te Den Haag (Bezuidenhout, 2595 CE).
Beroep: Militair.
Onderdeel: M.S. “Abosso II”.
Rang: Schipper.
Marinenummer: 8677.
Datum en locatie van sneuvelen: 29 oktober 1942, Noord-Atlantische Oceaan aan boord van M.S. “Abosso II”.
Wijze van sneuvelen: Getorpedeerd.
Op 8 oktober 1942 vertrekt het Britse passagiersschip Abosso (kapitein Reginald William Tate) uit Kaapstad (Zuid Afrika) naar Liverpool (VK) met een lading van 3000 ton wol, 400 zakken post en 210 passagiers. Onder de passagiers zijn 50 dienstplichtige Nederlanders die eerder naar Zuid Afrika waren geëmigreerd, die als 7e detachement bestemd zijn voor opname in de Prinses Irene Brigade. Ook aan boord zijn 34 Nederlandse marinemannen van de Onderzeedienst. Deze laatste groep is afkomstig van de onderzeeboten Hr. Ms. K IX, K X en K XII, en zullen in Groot-Brittannië de nieuwe onderzeeboot Hr. Ms. Haai (ex HMS Varne) in dienst gaan stellen. De Abosso zal zonder escorte de oversteek maken, ondanks dat haar maximale snelheid slechts 14,5 mijl/uur bedraagt. De detachementscommandant van het Onderzeedienstpersoneel, Luitenant ter zee der 1e klasse Henry Coumou, vindt dit een onverantwoord risico en brengt dat onder de aandacht van de Britse autoriteiten, maar zijn advies voor een escorte wordt niet opgevolgd. Gedurende de eerste drie weken van de reis gebeuren er geen noemenswaardige dingen, maar op 29 oktober, op ongeveer 600 mijl ten noorden van de Azoren, wordt de Abosso ontdekt door de Duitse onderzeeboot U-575 (Kapitän leutnant Günther Heydemann). Die vuurt in de avonduren een salvo van vier torpedo’s af op het passagiersschip, waarvan er één de Abosso raakt aan bakboordzijde aan de achterzijde van de brug. De motoren stoppen, de verlichting slaat af en het schip krijgt slagzij over bakboord. De opvarenden verlaten in het donker het schip in reddingboten en vlotten. In de chaos raken veel mensen te water, maar reddingboten proberen zoveel mogelijk drenkelingen op te pikken. Intussen zinkt de Abosso dieper weg, maar dat heeft mede tot effect dat de slagzij vermindert. Aan boord weet het achtergebleven personeel een noodgenerator op te starten, waardoor de dekverlichting kan worden ontstoken. Dat helpt de evacuatie, maar geeft de onderzeeboot tegelijk een duidelijk doelwit. Kort daarop treft een torpedo de Abosso voor de brug. Een half uur later zinkt het schip weg over de boeg. De U-575 komt boven water, inspecteert de reddingboten en vlotten met haar zoeklicht en verlaat daarna het gebied. Heydemann rapporteert in zijn oorlogsjournaal dat hij ongeveer tien reddingboten en 15-20 vlotten heeft waargenomen. Ook meldt hij dat het weer slecht is. Reddingboot nummer 5 is één van de waargenomen boten, maar verkeert niet in goede staat. De boot lekt zwaar en de 31 inzittenden moeten onafgebroken hozen om de boot drijvend te houden. Gedurende de nacht verliezen ze het contact met de andere boten en vlotten. Ze roeien om beurten om de kop van de boot in de wind te houden. Als de zon opkomt op 30 oktober hijsen ze het zeil en zetten koers naar land. De volgende dag, op 31 oktober, worden ze aan het eind van de ochtend gedetecteerd door de schepen van het Geallieerde konvooi KMS-2. Het konvooi KMS-2 is onderweg van het VK naar de Middellandse Zee, om daar deel te nemen aan ‘Operation Torch’, de Geallieerde invasie van het Vichy Franse gedeelte van Noord Afrika. Het Britse oorlogsschip HMS Bideford (L 43)(LtCdr W.J. Moore RNR), neemt de 31 overlevenden aan boord. Het zijn twaalf bemanningsleden, zeventien passagiers (waaronder een vrouw) en twee leden van de geschutsbemanning. Drie dagen later worden ze in Gibraltar aan land gebracht. Later blijkt dat de inzittenden van reddingboot nummer 5 de enige overlevenden zijn van de ramp met de Abosso. Geen enkele andere reddingboot of vlot wordt teruggevonden. Een totaal van 362 mensen komen om, waaronder schipper Wagenveld. Bij het Onderzeedienst detachement komen 30 van de 34 militairen op de Abosso om, reden voor de Koninklijke Marine om af te zien van de overname van de HMS Varne. Deze onderzeeboot komt uiteindelijk in dienst van de Noorse marine als HNoMS Ula.
Locatie laatste rustplaats: Zeemansgraf, gedenkboek 39-onbekend.
Monument
- Den Haag, ‘Oorlogsmonument Bezuidenhout’.
- Den Helder, ‘Monument voor de Gevallenen van de Onderzeedienst’.
- Den Haag, ‘Erelijst van gevallenen 1940-1945’.
Onderscheidingen
BRONZEN KRUIS; “Het verrichten van uitstekende militaire diensten in tijd van oorlog tegenover den vijand; te weten: het als opvarende van Onze onderzeeboot K12 met groote voortvarendheid, kalmte en bekwaamheid zijn taak verrichten, waardoor het mede aan hem te danken is geweest, dat Onze onderzeeboot K12 den twaalfden December 1941 onder gevaarlijke navigatorische omstandigheden een Japansch transportschip en den dertienden December 1941 onder moeilijke omstandigheden een Japansch tankschip tot zinken bracht.” (K.B. no. 90 van 7 maart 1947-1934).
Bronnen
- Ministerie van Defensie.
- Nationaal Archief.
- Haags Gemeentearchief.
- Müller, E. (2016). 1940-2016, Het Bronzen Kruis. Voor moedige en beleidvolle daden. Ridderkerk, Nederland: Studiekring Ridderorden en Onderscheidingen.
- Nederlands Instituut voor Militaire Historie; Website Duitse onderzeeboten in WW2 www.uboat.net.
- Open Archieven.
- Oorlogsgravenstichting.